Klik hier voor grote afbeelding (met gegevens)
Voet   van doopvont

Wanneer de vorm van een doopvont duidelijk twee of drie delen te onderscheiden zijn, is het onderste deel de voet. Het bovenste is de kuip; daarop past vaak nog een (soms heel fors) deksel. Een aantal natuurstenen romaanse doopvonten heeft een ronde vorm waarbij geen insnoering aanwezig is, dus ook geen voet te herkennen valt.
De voet kan met de rest van de vont uit éé stuk natuursteen gehouwen zijn, meestal zijn de onderdelen los vervaardigd.
Bij Bentheimer doopvonten is de kuip rond en de voet loopt uit naar een vierkante vorm, waarbij de hoeken vaak uitgewerkt zijn dragende figuren, zoals leeuwen.
Bij Naamse doopvonten wordt de voet vaak geflankeerd door colonnetten, zodat het grondplan min of meer vierkant wordt.
Omgekeerd kan een vierkante kuip van een Doorniks doopvont op zowel een vierkante als een ronde voet staan.
Bij koperen of bronzen vonten biedt het materiaal veel meer mogelijkheden tot variatie. Omdat het vaak klokkengieters waren, die de doopvonten maakten, lijkt het soms welhaast alsof een omgekeerde klok op een voet gezet is, die hoofdzakelijk bestaat uit slechts enkele fragiele figuren.
De bronzen en natuurstenen doopvonten blijven in de gotiek en nadien in zwang. De vormen zijn zeer verscheiden, niet steeds kan hierbij een voet onderscheiden worden.

Tekst: Jean Penders (04-2007). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders